11 december 2017

Smashwords: Indie Author Manifesto

Smashwords: Indie Author Manifesto: Over the last six years since founding Smashwords, I've witnessed a dramatic change in attitudes regarding self publishing.  I'm p...

09 januari 2007

Barcelona

Ik ben gisteren naar Barcelona gevlogen, een dagje heen en terug, vanuit Brussel. Over mijn bezoek aan de stad wil ik het nu niet hebben, ik ben er vroeger veel geweest en het is een mooie stad, maar Gent is mooier en ik heb zelfs nog niets over Gent geschreven, dus...

Ik wou nu eens iets schrijven over Barrières, dat ligt vlak naast Barcelona, iets meer in het binnenland en de bewoners van dit typisch dorpje spreken geen Spaans, amar een taal die u en ik versta. Ze eten wat de pot schaft en niet noodzakelijk met mes en vork. Als vreemdeling voel je je direct welkom want de inwoners van Barrières voelen zich zelf ook overal thuis. In Barrières mag je roken op restaurant en op café en ook in de hal van het klein stationnetje. De lokale politie is trouwens zeer verdraagzaam en van de andere inwoners slechts te onderscheiden door hun kepi die ze achterstevoren op het hoofd zetten, kwestie van zichzelf te relativeren. Voor nachtlawaai word je in Barrières nooit beboet, de inwoners slapen voornamelijk overdag en zelfs dan kijken ze niet op een decibel. Op het vliegveld van Barrières wordt, in tegenstelling tot dat van Barcelona, je drank niet afgenomen als je door de controle loopt. De controle zelf is trouwens heel beperkt, men checkt enkel of er geen ambtenaar wordt meegesmokkeld, want die proberen allemaal het stadje uit te vluchten. Reden : ze worden op het marktplein uitgelachen als ze bureaucratische neigingen krijgen.

Serieus nu, de laatste vijftien jaar wordt er nogal wat op de vrijheid beknibbeld. Als roker ben je binnenkort illegaal. De politie gedraagt zich als de gestapo en ze wordt steeds talrijker bemand. Elke dag worden er nieuwe wetten uitgevaardigd. We worden met de dag onvrijer, de staat met de dag repressiever. Het wordt hoog tijd dat er een liberale partij opkomt voor de vrijheid. In België bestaat er momenteel geen liberale partij die dat doet. En ook de nieuwe partij van JM Dedecker zal vrees ik enkel voor een economisch liberalisme staan. Ook de VLD doet dat. Voor mij is liberalisme meer dan economisch liberalisme.

29 december 2006

Prinsenhof

Ik ben verhuisd naar het Prinsenhof in Gent. Als ik door het raam kijk zie ik het Gravensteen, de Vrijdagmarkt, de Graslei, de Korenmarkt, Sint-Jacobs, De Veldstraat, Sint Baafs, het Belfort, de Sint-Niklaaskerk, alle belangrijke theaters, het Patershol met zijn tientallen toprestaurantjes, Oudburg met zijn Turken, het rabot en recht voor mij is mijn keuken annex woonkamer. Wat moet een mens meer bij de hand hebben?

Van al dat prachtigs spant het Prinsenhof de kroon. Daar, hier dus, is de Lievekaai met aan de voet ervan de Lieve en de eendjes erop die ik eveneens vanuit mijn raam kan zien. Daar is het mooie Prinsenhofplein met het standbeeld van Keizer Karel die op deze plaats geboren werd. Een standbeeld godbetert, hoe kort kan het geheugen zijn? Want gisteren liep ik door een poort, het enige overblijfsel van de burcht die hier ooit stond samen met de wieg van de Keizer. Aan die poort hangt een gedenkplaat met de namen van enkele onder Keizer Karel terechtgestelden. Er staan zeventien namen op, acht ervan onder de noemer "verbrand", acht andere onder "ophanging" en slechts eentje onder "levend begraven". Bij de verbranden staat een verre voorouder van mij. En ik weet nu niet of het tijdens het bewind van de grote Keizer Karel met het standbeeld de mode was zelf zijn straf te mogen kiezen, maar mocht ik van mijn verre vooroom geweest zijn, ik had gekozen voor het levend begraven worden. Je kan immers nooit weten of je kansen tijdens die paar minuten extra niet keren.

13 december 2006

SMAK

Deze middag naar het SMAK geweest, het museum voor actuele kunst van Gent. Ik was al geweest, zeven jaar geleden en toen vond ik er weinig aan. Ik herinner mij een zaal vol wrakhout en opeengestapelde borden in een andere zaal. Dat kan ik ook, dacht ik toen. Vandaag was het nog erger. Ik betaalde vijf euro voor het bekijken van lege zalen van tweehonderd vierkante meter groot. In de ene lege zaal had de zogenoemde kunstenaar lijnen op de vloer getrokken en in het midden enkele ijzeren staven gezet. In een andere lege zaal lag een bevuilde matras op de vloer. In nog een andere stond iets onbestemds overdekt met oude handschoenen. Ook de rest was van hetzelfde veel meer.

Ik veronderstel dat de mensen die die troep daar hebben neergelegd ervoor betaald worden en dat kan mij in se niet schelen. Wel vind ik het sneu dat ik vijf euro kwijt ben en hemeltergend is het dat ik gisteren op het containerpark niets betaald kreeg voor mijn oude rommel. Er waren nochtans kunstige stukken bij zoals een oude computer, een gebroken bloempot en gebruikte verfborstels.

Nee, wat in het Smak staat is geen kunst, maar rommel. In mijn geboortedorp Herzele staat een oude wattenfabriek en daar kan je gratis veel mooiere lege zalen gaan bekijken. Weet je wat moderne kunst is? Het algemeen rookverbod dat ook geldt in de cafetaria van het Smak aan je aars lappen en je van zaal tot zaal opgestoken sigaretten op de grond uittrappen. Als statement kan dat tellen. Vijf euro moeten betalen om rond te wandelen in lege zalen waar je niet mag roken, verdorie nog aan toe.

07 december 2006

10 procent gelukkiger

Vorig jaar in september kwam ik in de ban van The Million Dollar Homepage. Een zekere Alex Tew had op 24 augustus 2005 een website gelanceerd waarmee hij, in het kort gezegd, pixels verkocht (pixels zijn die hele kleine puntjes op je computerscherm). Hij verdeelde een computerscherm in 10.000 pixels en verkocht die aan 1 dollar het stuk, zoals anderen een stuk bouwgrond per vierkante meter verkopen. Wat kun je met zo'n pixel doen zul je me misschien vragen? Nu, dat weet ik ook niet, ik ben ook een computerleek. Ga even kijken naar die site en weet het mij te zeggen.

Ik raakte helemaal in de ban van Alex Tew. Half september had de berooide student al zo'n 100.000 frank verdiend. Op veertien dagen tijd. Veertien dagen later was dat een half miljoen frank, tegen eind september een miljoen en geloof het of niet,in januari 2006 had hij al zijn pixels verkocht en bezat dus veertig miljoen frank. Vier maand had hij nodig om dollarmiljardair te worden. Vier maand. Dat moet ik ook kunnen, dacht ik. Ik begon eveneens pixels te verkopen, voor een dollar het stuk, met een discount van 10%, kwestie van het een beetje vlugger te laten gaan. Ik verkocht er niet één. Wat kun je met zo'n pixel doen leken de mensen te denken en dat dacht ik vroeger ook, maar Alex Tew dan? Op het laatst zaten de mensen op hun knieën om van hem een pixel te MOGEN kopen, maar hij had ze uitverkocht. Zijn webpagina was volgebouwd zoals Vlaanderen en er kon niets meer bij.

Alex Tew werd rijk en ik bleef arm. Volgens bepaalde studies werd hij toen ook 10% procent gelukkiger dan mij. Zou dat kloppen? En hoe meet je dat? En wat te denken van het bericht dat ik gisteren kreeg van Alex Tew? Als geïnteresseerde in zijn pixels schreef ik me vorig jaar in op zijn nieuwsbrief. En gisteren stuurde hij me zijn eerste brief terug. Om me te melden dat hij opnieuw pixels verkocht. Hij had blijkbaar nog een plaatsje gevonden op het world wide web waar pixels braak lagen. Wat bleek toen ik er naartoe surfte? Alex wil nog een miljoen dollar verdienen en liefst op dezelfde gemakkelijke manier. Zal hij er opnieuw in slagen 10.000 exemplaren te verkopen van die pixels die ik aan de straatstenen niet kwijt kan? En nog pertinenter : was hij dan met die 10% geluk erbij nog niet gelukkig genoeg?

23 november 2006

Uitgesteld verlangen, tot mijn spijt.

Vandaag heb ik konijn klaargemaakt op de klassieke Vlaamse manier, zij het geen konijn met pruimen, maar konijn met dadels. Dat is eigenlijk twee keer hetzelfde konijn. Je proeft het verschil pas als je de pruimen eet, want die blijken dan een dadelsmaak te hebben. Ik heb het ingekocht bij een slager in de Sleepstraat die een keer in de week, op donderdag, echte konijnen in zijn uitstalraam hangt. Nooit zal je mij betrappen op het kopen van een konijn in de supermarkt. Die lijken me teveel op de zwerfkat die hier beneden in de vuilnisbakken scharrelt en graatmager is van het dagelijkse straatvechten voor haar stukje van de Bernard Spaelaan. Nee, mijn konijn is een echt konijn en het weegt zeker dubbel zo zwaar als die van de supermarkt. Toen ik de plastic zak van bij de slager aan mijn vrouw gaf zei die zelfs : "zo zwaar, het lijkt wel alsof er in die zak niet één, maar wel twee katten zitten". Dat zei ze.

Ik volg bij het klaarmaken van konijn altijd hetzelfde ritueel, want met konijn op Vlaamse wijze ga je niet experimenteren zoals je gerust wel kan doen met dat gewok en pastagedoe. Vind ik. In een kom doe ik wat boter waarin ik drie fijn gesneden ajuinen glazig laat worden. Het konijn bak ik apart bruin in een braadpan en als het zover is giet ik het aanbaksel in de pan los met wat water. Het geheel, konijn en de bekomen saus, giet ik bij de ajuin die nog steeds in de kom glazig ligt te worden. Daar moet dan wat bloem overgestrooid. De regel is, hoe meer bloem, hoe dikker je saus, maar let toch op, want het is niet de bedoeling dat je nadien een brood met stukken konijn gaat bakken. Ik zorg ervoor dat de bloem goed vermengd wordt met het vet in de kom en daarna is het poepsimpel : er moet een bruine trappist over, -mijn konijnen halen hun snuit op voor tafelbier-, en als je meer saus wil ook nog wat water. Aan dit reeds smakelijk geheel voeg ik tijm, laurier en één bouillonblokje per halve liter vocht toe. Ik drijf dan alles naar het kookpunt en als dat bereikt is draai ik het vuur terug tot een pitje. Hierna kun je het konijn gerust alleen laten voor een uurtje. Ikzelf ben vandaag uit solidariteit een trappist gaan drinken in café Koepuur, maar dat laatste hoeft niet echt, want je verdrinken in water telt evengoed als daad van solidariteit.

Als ik terugkwam was het konijntje klaar. Enkel de dadels heb ik er nog bijgevoegd. Dat konden dus evengoed pruimen geweest zijn, maar ik heb liever dadels. Mensen die dadels noch pruimen lusten, kunnen die er gewoon uitlaten, doch dan heb je niet hetzelfde konijn. Er mankeert dat licht zoet toetsje. Sommigen die het water in de mond krijgen van mijn recept vragen mij wat je als toespijs kan eten bij konijn met dadels. Alles, zeg ik dan, maar geef mij maar puree. Dat mengt zich lekker met de saus, vind ik. Nu heb ik zelf door erover te schrijven nog meer zin in dat konijn gekregen dan daarnet, maar mijn vrouw verbiedt mij er een poot naar uit te steken. De dag nadien is het immers twee keer zo lekker en dat is morgen pas.

21 november 2006

wc-perikelen

Vorige vrijdag was echt mijn ongeluksdag. Het begon al 's morgens toen ik mijn tanden wou poetsen. Tandenborstel zoek verdomme. Ik ben slordig, dat weet ik, maar hoe slaag ik er toch in in mijn kleine badkamertje een tandenborstel verloren te leggen? Even later constateerde ik iets nog veel erger : een verstopte wc! Als je ziek wordt is het gegarandeerd tijdens het weekend als de dokters niet werken. Met mijn wc ging het net zo. Bij het doortrekken vrijdagmorgen noteerde ik voor de eerste keer een verontrustende stijging van het waterpeil. Je hoopt dan eerst dat zoiets vanzelf weer in orde komt. Alsof alles verder doorschuiven kan simpelweg door er iets bij te leggen. Vrijdagmiddag om 14 uur wist ik hoe laat het was : het water steeg tot de rand en ik leerde meteen dat het soortelijk gewicht van keutels kleiner is dan dat van water. Nog eens doortrekken riskeerde ik me niet. Waardoor ik nu met een vraag blijf zitten : zou het water met zijn inhoud desgevallend over de rand stromen? Of zijn die toiletten zo ontworpen dat het peil in de pot communiceert met het het peil in het vat erboven? Er zijn mensen die zulke dingen kunnen bewijzen aan de hand van wat stellingen en anti-stellingen, maar ikzelf zou zoiets proefondervindelijk moeten meemaken om de uitkomst te weten. Ik heb de proef echter niet gedaan. Wel heb ik een fles Destop gekocht en helemaal in de wc-pot gegoten. Vervolgens heb ik alles acht uur lang opgehouden, want het etiket vermeldde dat het goedje in ernstige gevallen een nacht lang moest inwerken. Nu weten noch de wc, noch de inhoud van de Destop-fles precies precies hoe laat het is, in de badkamer is het immers altijd donker. Ik dacht beide dus te kunnen verschalken door acht uur lang, het equivalent van een nacht, te wachten tot het volgende toiletbezoek.

Om tien uur 's avonds was het dan zover. Ik spoelde eerst door, ik moest immers vermijden dat het bijtend goedje na het plonsen van een keutel omhoog zou spatten, en zag dat er enige verbetering optrad. Het water zakte tot zijn normale hoogte, maar veel te traag om goed te zijn. Het was een aanwijzing dat het zaakje niet opgelost was en toch wou ik dat proefondervindelijk vaststellen. Net als eerder op de dag steeg het water met zijn inhoud tot aan de rand van de pot. Niet erover. Maar toch vervelend. Want als de pot vol is kan er niets meer bij. Stel dat ik 's nachts moest pissen? Niet dat dat beetje er niet meer bijkon, er was nog wel wat plaats, maar toch, het is viezig vind ik om in een volle toiletpot nog wat bij te doen.

Dus de volgende dag overgeschakeld op grotere middelen. Ik kocht korrels van caustische soda, een uiterst bijtend goedje. Drie eetlepels in de verstopte leiding gieten stond er op het etiket. Maar het had voor mij al veel te lang geduurd en ik goot er de hele bus in, een halve kilo soda-korrels. En zoals het voorgeschreven was een emmer heet water er achterna. Een tiental seconden later begon die hele toiletpot te borrelen en te dampen als een heksenketel. Het was plots alsof de Vesuvius in mijn badkamer lag. De hele kamer vulde zich met rook. Uit de buizen klonken onheilspellende geluiden. En het was alsof mijn toiletpot ging overkoken en overlopen, wat niet de bedoeling was want ik wou het water langs de andere kant weg.

De lezers die nu denken dat het er uiteindelijk toch ging van komen dat mijn pot ging overstromen en mijn badkamervloer bedekken met water en keutels moet ik teleurstellen. In een verhaal zou dat inderdaad aangewezen zijn, twee keer de toiletpot bijna laten overstromen en de derde keer dan echt. Iedereen zit daar immers op te wachten. Maar deze verstopping is mij echt overkomen en ik zou wel gek zijn om terwille van de suspense en ook een beetje ter bevrediging van mijn eigen nieuwsgierigheid, een verstopt toilet nog eens door te trekken zodat alles komt onder te staan.

Nee, het was al erg genoeg, want toen de vulkaan tot bedaren was gekomen en ik nog eens doorspoelde bleef alles bij het oude, of beter gezegd het nieuwe. Het water liep wel weg, maar veel te traag. Het positieve was dat ik die nacht kon gaan pissen, het negatieve dat ik de volgende dag maar één keer kon kakken. Daarna zou immers alles terug verstopt zijn. De ontstoppingsmiddelen maakten blijkbaar slechts een klein gaatje vrij waardoor water kon ontsnappen en misschien af en toe een kleine keutel, maar meer ook niet.

Het werd dus zaterdag en het probleem was niet van de baan. Nu bestaan er professionele ontstoppingsdiensten, je kan die vinden in de gouden gids, maar ik vreesde aan de ene kant dat die in het weekend dubbel gingen rekenen en aan de andere kant hoopte ik tegen beter weten in dat meer ontstoppingsmiddelen uiteindelijk toch zouden werken. Ik kocht dus nog twee van die bussen caustische soda. Wat er immers ook in mijn leidingen mocht zitten, het kon onmogelijk bestand zijn tegen het geweld van de scheikundige reactie die ik met warm water en soda opwekte. Toch bleek dat laatste waar. Of niet waar, hoe moet ik het zeggen. In elk geval goot ik alles in de pot met twee emmers heet water er achterna en nu barstte de vulkaan met dubbele kracht uit. Mijn afvoerbuizen werden gloeiend heet en wie of wat er ook mocht inzitten, het werd deze keer zeker verbrand. Nu zijn er waarschijnlijk nog altijd lezers die zitten te wachten op een overstromende toiletpot of desnoods een lek in de buizen zodat de badkamervloer langs die weg alsnog ondergelopen raakt. Maar hen moet ik teleurstellen. Zoiets gebeurde niet. Maar mijn toilet bleef verstopt. Wel kon ik terug één keer gaan.

Ondertussen werd het zondag en belde ik uiteindelijk toch een ontstoppingsdienst. Omdat deze niet dubbel, maar driedubbel rekenen op zondag, zoals ik mocht ondervinden, lieten ze er geen gras over groeien. Nog geen uur later stonden ze aan mijn deur. Na een eerste inspectie ontdekten ze een verstopt toilet. Vervolgens gingen ze hun gereedschap halen. Een pomp. Geen fietspomp, ze was wel twintig keer groter, maar toch een pomp. Met dat spul bliezen ze een paar keer in mijn toilet en volgens hen zou de prop die er zat op die manier verwijderd worden. Na een tijdje blazen trokken ze bij wijze van test door en inderdaad het water liep sneller weg nu. Maar dan weer niet snel genoeg volgens mijn geoefend oog. Ze trokken nog vijf keer door en even zoveel keer verdween het water aan een redelijk tempo. Ze verzekerden mij dat alles in orde was. Ik wist dat het niet zo was. Mijn toilet was niet meer wat het geweest was en ik wou mijn oude toilet terug. Toch liet ik hen gaan, zij waren immers de vakmensen.

Deze keer kon ik mij twee toiletbezoeken permitteren. Na de tweede keer steeg het water terug tot aan de rand. Zou ik alvast een ander appartement gaan zoeken, dacht ik. In die dingen ben ik namelijk fatalistisch. Ik was er bijna zeker van dat het nooit meer goed kwam met mijn toilet. En zo werd het maandagmorgen. En toen kwam de oplossing. Iemand leende mij een eenvoudig spulledingetje, een soort veer van wel twee meter lang. Ik moest het ene uiteinde ervan in de toiletpot steken en het andere uiteinde opdraaien zodat de veer gespannen kwam te staan en door de spanning vooruit wilde en vooruit wou in dit geval zeggen de leidingen van mijn toilet in. Ik hoorde hoe de veer zich een weg zocht. Ze schraapte tegen de wand van de leidingen. Ik probeerde mij in te beelden hoe zij eerst de bocht naar omhoog nam, vervolgens terug naar omlaag en daarna naar links en naar rechts. Zo kronkelig zijn die leidingen van mij. Het feit dat het eindje dat ik in mijn handen had steeds korter werd gaf mij moed. Ik draaide al wat ik kon en de veer ging steeds dieper. Uiteindelijk bereikte ze een eindpunt of misschien gewoon de afgrond waar alle keutels onherroepelijk in de septische put vallen. In elk geval hielp draaien niet meer. Geen centimeter ging ik nog vooruit.

Dus trok ik de veer terug, langzaam, om haar de tijd te geven haar opruimende werk te doen. En toen, met het laatste stukje veer, kwam hij. Mijn tandenborstel. Die moest in de pot gesukkeld zijn en hoe klein hij ook was, hij bleek bij machte om alles tegen te houden. Zelfs was hij bestand tegen de krachtigste chemische producten. Het moest echt een kwaliteitsproduct zijn. Ik was reuzeblij. Eindelijk kon ik terug zorgenloos kakken en wat meer was, ik kon terug mijn tanden poetsen.