Prinsenhof
Ik ben verhuisd naar het Prinsenhof in Gent. Als ik door het raam kijk zie ik het Gravensteen, de Vrijdagmarkt, de Graslei, de Korenmarkt, Sint-Jacobs, De Veldstraat, Sint Baafs, het Belfort, de Sint-Niklaaskerk, alle belangrijke theaters, het Patershol met zijn tientallen toprestaurantjes, Oudburg met zijn Turken, het rabot en recht voor mij is mijn keuken annex woonkamer. Wat moet een mens meer bij de hand hebben?
Van al dat prachtigs spant het Prinsenhof de kroon. Daar, hier dus, is de Lievekaai met aan de voet ervan de Lieve en de eendjes erop die ik eveneens vanuit mijn raam kan zien. Daar is het mooie Prinsenhofplein met het standbeeld van Keizer Karel die op deze plaats geboren werd. Een standbeeld godbetert, hoe kort kan het geheugen zijn? Want gisteren liep ik door een poort, het enige overblijfsel van de burcht die hier ooit stond samen met de wieg van de Keizer. Aan die poort hangt een gedenkplaat met de namen van enkele onder Keizer Karel terechtgestelden. Er staan zeventien namen op, acht ervan onder de noemer "verbrand", acht andere onder "ophanging" en slechts eentje onder "levend begraven". Bij de verbranden staat een verre voorouder van mij. En ik weet nu niet of het tijdens het bewind van de grote Keizer Karel met het standbeeld de mode was zelf zijn straf te mogen kiezen, maar mocht ik van mijn verre vooroom geweest zijn, ik had gekozen voor het levend begraven worden. Je kan immers nooit weten of je kansen tijdens die paar minuten extra niet keren.